Aanmelding
Samenwerkingsverband
Wanneer een leerling op een reguliere basisschool moeilijk meekomt, vinden er diverse gesprekken plaats. In eerste instantie met de ouders en met professionals om de hulp te bieden waar nodig om de leerling zo goed mogelijk te begeleiden. Soms blijkt echter dat deze hulp niet voldoende is en wordt de vraag gesteld of de reguliere basisschool kan voorzien in de onderwijsbehoeften van de leerling.
Wanneer zowel de lokale onderwijsadviseur en de school constateren dat er een speciale lesplaats nodig is voor de leerling, wordt de aanvraagprocedure voor een toelaatbaarheidsverklaring (TLV) gestart. Er wordt een groeidocument aangemaakt en een ontwikkelingsperspectief (OPP). Het ontwikkelingsperspectief is een belangrijk document in deze procedure. De school stelt daarin vast wat het uitstroomniveau van de leerling is en welke onderwijsbehoeften deze leerling heeft. Deze gegevens komen uit transparante en objectieve resultaten van toetsen per vakgebied en intelligentie gegevens. Daarnaast wordt er gekeken naar stimulerende en belemmerende factoren. Heeft de leerling bijvoorbeeld eigen motivatie, hoe is werkhouding van de leerling, zijn er naast leerproblemen ook andere problemen? Ook specifieke talenten worden beschreven.
De TLV aanvraag en het OPP worden bekeken door de toelaatbaarheidscommissie. Deze bestaat uit een orthopedagoog/psycholoog, de senior beleidsmedewerker van het samenwerkingsverband en eventueel een tweede deskundige. Deze commissie kijkt welke school in de onderwijsbehoeften van de leerling kan voorzien. Als de TLV wordt toegekend aan de ouders, kunnen zij hun kind aanmelden bij de Laurentiusschool.
De intern begeleider van de Laurentiusschool leidt de ouders rond in school en gaat in gesprek over wat de leerling nodig heeft en wat de school kan bieden. Samen wordt een plan opgesteld en besloten of de leerling inderdaad het beste past op de Laurentiusschool.
Passend onderwijs
Iedere school heeft een zorgplicht. Dit betekent dat een school een passende onderwijsplek moeten bieden aan iedere aangemelde leerling. Wanneer een leerling extra ondersteuning nodig heeft, moet deze worden geboden. Welke basisondersteuning een school kan geven, is vastgelegd in het zogenaamd ondersteuningsprofiel van een school.
Het komt voor dat een leerling niet voldoende heeft aan de basisondersteuning van de school. Dan kunnen er aanvullende arrangementen worden aangevraagd of kan de leerling geplaatst worden op een speciale lesplaats, zoals de Laurentiusschool.
Binnen het samenwerkingsverband van PPO Delfland is duidelijk in kaart gebracht welke basisondersteuning biedt. Hierdoor kan duidelijk gezien worden op welke school een leerling het beste tot zijn of haar recht komt. En krijgt iedere leerling dus een passende onderwijsplek aangeboden.