Veiligheid
De Laurentiusschool is iedere dag bezig met opzetten en het behouden van een goed pedagogisch klimaat door de hele school. Het zit verweven door onze opbouw van de dag, de manier van lesgeven, in de begeleiding van de leerlingen, de PAD-lessen en het begeleiden van het buitenspelen. We leren de kinderen op een goede manier met elkaar omgaan.
Helaas kan het voorkomen dat een leerling door een andere leerling wordt gepest. Een leerling kan hierdoor in de knoop raken met zichzelf. Het is daarom enorm belangrijk dat pestgedrag gemeld wordt. Een leerling kan dit zelf melden bij de leerkracht, medeleerlingen kunnen het gedrag aangeven bij de leerkracht, maar ook ouders kunnen dit probleem aankaarten. Wanneer de leerkracht weet dat dit gebeurd, zal de leerkracht hier maatregelen op nemen.
Pestgedrag wordt niet gedoogd op de Laurentiusschool. Alle maatregelen die worden ingezet, hebben als uitgangspunt dat de veiligheid voor alle kinderen in de klas weer terugkomt. Het pestprotocol is in te zien op school en onder 'Downloads'.
Schoolcontactpersoon/anti-pestcoördinator
Er zijn twee schoolcontactpersonen aanwezig op school. Kinderen kunnen bij deze personen terecht voor vertrouwelijke gesprekken. Daarnaast is er een anti-pestcoördinator op school en volgen het pestprotocol wat is opgenomen in het beleidsplan van de Laurentiusschool.
Wat kinderen bespreken in deze gesprekken blijft tussen de leerling en de vertrouwenspersoon.
Behalve als het gaat om zaken die wettelijk gezien gemeld moeten worden, zoals mishandeling. In dat geval zal dit ook aan de leerling aangegeven worden.
Gedrag
Om het pedagogisch klimaat optimaal te houden moet iedereen zich aan de gemaakte afspraken houden. Dit wordt veelvuldig besproken met de kinderen. In de voorgaande informatie staat beschreven wat er preventief ingezet wordt om gedrag zo positief mogelijk te sturen. Soms komt het voor dat het gedrag van een leerling grensoverschrijdend is en storend, soms onveilig, voor de klasgenoten. In dat geval zal de leerkracht consequent reageren op dit gedrag. Om de aanpak van gedrag inzichtelijk te houden, maakt de leerkracht gebruik van de gedragsdriehoek.
PAD-plek: De leerling gaat vrijwillig naar deze plek om zich even terug te trekken uit de situatie.
Time-in: De leerkracht verwijst een leerling naar deze plek, wanneer de leerling grensoverschrijdend gedrag vertoont. De leerling heeft hiervoor een aanwijzing gehad van de leerkracht, maar paste zijn of haar gedrag niet aan. Iedere klas heeft een time-in plek waar de leerling de kans heeft zijn of haar gedrag aan te passen binnen een korte tijd. Dit wordt aangegeven met een zandloper. Hierna keert de leerling weer terug naar zijn eigen plek.
Time-out: De leerling blijft grensoverschrijdend gedrag vertonen. De leerkracht wijst de leerling naar de time-out. Dit is een afgesproken plek in een andere ruimte met toezicht. De leerling wordt hierdoor even uit de situatie gehaald. Hier krijgt de leerling tien minuten de tijd om na te denken en daarna rustig terug te keren in de eigen groep.
Gedragsbrief: Het puntje van de driehoek wordt gebruikt wanneer gedrag onveilig is voor andere leerlingen. De leerling krijgt, naast de time-out, een brief mee waarin hij/zij de gebeurtenis overdenkt. Deze brief moet ondertekend worden door de ouders.
De leerkracht neemt altijd contact met de ouders op en er zal een gesprek volgen over het incident. Wanneer er met enige regelmaat een gedragsbrief nodig is, zal er met ouders en het zorgteam besproken worden wat er nodig is om het beter te laten gaan.
De leerkracht overdenkt na iedere stap samen met de leerling de gebeurtenis, de emoties die erbij kwamen en de keuzes die gemaakt zijn. Deze gesprekken zijn nodig om de vertrouwensband tussen de leerling en de leerkracht te behouden en te versterken.